Het eiland Hispaniola, waar de Dominicaanse Republiek ongeveer tweederde deel van uitmaakt, is het eerste eiland van de Nieuwe Wereld waar Europeanen een nederzetting bouwden. Nadat de boot Santa Maria van Christoffel Columbus hier vastliep op een zandbank was La Isabela de allereerste plek waar de Spanjaarden zich vestigden. Het was uit pure noodzaak, omdat een deel van de bemanning achtergelaten moest worden. Niet veel later, toen Columbus terugkeerde, was Santo Domingo de plek waar de zoon van Columbus zich vestigde. Dit is het begin van de kolonisatie van Amerika door de Spanjaarden. Inmiddels telt de Dominicaanse Republiek veel meer steden. Santo Domingo is uitgegroeid tot een metropool van meer dan 3 miljoen inwoners, La Romana en Puerto Plata zijn vrij grote steden geworden en zelfs provinciestadje Higüey is dankzij het toerisme in Punta Cana uitgegroeid tot een stad met meer dan een kwart miljoen inwoners.
De Dominicaanse Republiek is een tropische bestemming waar de gemiddelde bevolking niet rijk is, maar echte armoede minder voorkomt dan je zou verwachten. Het zijn vooral de Haïtianen die hier leven die vaak zwaar onder de armoedegrens zitten. De Dominicanen profiteren van het toerisme, van de landbouw en van het feit dat natuurrampen op dit deel van het eiland vrij weinig voorkomen. Het lijkt er zelfs op dat zelfs de muggen een voorkeur hebben voor het westelijke deel van Hispaniola, waar het land Haïti ligt.
Santo Domingo is de hoofdstad en veruit de grootste stad van de Dominicaanse Republiek. Wie in de geschiedenisboeken duikt die leest dat het de broer van ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus was die verantwoordelijk is voor de stichting van de stad. Don Bartolomé Colón (Bartolomeo Columbus) stichtte de stad oorspronkelijk als La Nueva Isabela. Dit nadat twee orkanen de eerste nederzetting op het eiland Hispaniola, La Isabella, verwoest hadden. Ook La Nueva Isabelle onderging al snel dit lot. Vandaar dat de stad verplaatst werd naar de westelijke oever van de rivier Ozama [… lees verder]
