De kathedraal van Narbonne – of zoals hij officieel heet Cathédrale Saint-Just-et-Saint-Pasteur – is een prachtige kathedraal in het centrum van de stad. Opvallend detail is dat de kathedraal nooit is afgebouwd. Alleen het koor en een deel van het transept is afgebouwd en die zijn nu in gebruik als kerk. De bouw van de kathedraal is gestart aan het einde van de dertiende eeuw, maar door het verliezen van de zeehaven, verloor Narbonne zijn belangrijkste bron van inkomsten. In de veertiende eeuw werd er besloten om een deel van de kathedraal af te bouwen en de rest te laten voor wat het is. Deze delen zijn nu nog steeds te zien aan de buitenzijde van de kathedraal. Aan deze delen kun je zien dat het voor deze periode een behoorlijk ambitieus project moet zijn geweest, zeker voor een relatief kleine stad als Narbonne. Het afgebouwde deel van de kerk is nu in het bezit van een van de hoogste gewelven van Frankrijk, alleen die van Beauvais, Amiens en Metz zijn hoger.
Naast de kathedraal van Narbonne, in de voormalige kloostertuin, is het enige overblijfsel van de negende-eeuwse Karolingische kathedraal te zien, de Clocher de Théodard. Deze vroeg romaanse kathedraal is helemaal afgebroken om de huidige kathedraal te kunnen bouwen. Het klooster dat bij de kathedraal hoort is wel helemaal afgebouwd. De kloostertuinen en de kloostergang vormt nu nog steeds de verbinding tussen de kathedraal en het voormalige aartsbisschoppelijke paleis. De kloostergang kan via de kathedraal bereikt worden, via de jardin l’Archevêché of de Passage de l’Ancre.
