Teatre-museu de Dalí is de belangrijkste bezienswaardigheid van Figueres. Dit voormalige theater doet sinds 1974 dienst als museum dat geheel gewijd is aan de surrealistische kunstenaar Salvador Dalí. Deze in 1989 overleden kunstenaar wordt wereldwijd gezien als één van de grootsten op het gebied van surrealistische kunst. Het zal dan ook niemand verbazen dat het Dalí-museum de grote publiekstrekker van de stad is. Dat zorgt in de drukste periode (eind juni tot begin september) soms tot een lange wachtrij voor het museum. De wachttijd om naar binnen te gaan kan dan oplopen tot langer dan een uur. Een manier om sneller binnen te komen is door deel te nemen aan een rondleiding met gids. Je betaalt dan wel extra geld, maar voor wie geen zin in de wachtrij heeft en het de moeite waard vindt om uitleg van een gids te krijgen is dit zeker een goede optie.
Het museum heeft zowel van binnen als van buiten een apart uiterlijk. Dalí’s invloeden zijn aan de buitenkans al direct zichtbaar. Hij is dan ook nadrukkelijk betrokken geweest bij de transformatie van het vroegere theater tot een indrukwekkend museum. Wie goed kijkt die ziet de kunst van Dalí op allerlei manieren terug in het gebouw. Het mooie aan het feit dat de kunstenaar zelf mee heeft gewerkt aan het museum is dat veel werken speciaal voor het gebouw gemaakt zijn. Dit zorgt voor een fraaie synergie tussen het museum en de kunst die er getoond wordt. Een mooi voorbeeld is de Marilyn Monroe kamer. Deze ruimte is zo ingericht dat als je op een trap gaat staan je het gezicht van Marilyn Monroe ziet. In de grootste ruimte van het museum, het vroegere toneel, domineert het enorme doek ‘El telón del Laberinto’. Omdat het speciaal gemaakt is voor deze ruimte vult het doek de muur fraai op.
Als je wilt fotograferen in het museum dan is dat geen probleem, zolang je geen flits of statief gebruikt. Foto’s maken mag alleen voor persoonlijk gebruik. Voor het publiceren van de foto’s die van Dalí’s kunstwerken gemaakt zijn heb je expliciete toestemming nodig van de stichting die de auteursrechten van Salvador Dalí bewaakt.
Trek voor een bezoek aan het museum ongeveer twee uur uit als je voldoende aandacht wilt besteden aan de werken van de kunstenaar. Zeker als het druk is heb je echt wel tenminste twee uur nodig. Aansluitend aan het bezoek kom je terecht in de museumshop waar je allerlei producten kunt kopen die geïnspireerd zijn op Dalí’s werken.

Het belangrijkste plein van de stad is Plaça de l’Ajuntament. Aan dit plein staat het gemeentehuis van Figueres, het Ajuntament. Het eerste gemeentehuis werd hier rond het jaar 1757 gebouwd. Het neoclassicistische uiterlijk kwam uit de hand van de architect Rafael Cantró. In de eerste helft van de twintigste eeuw kwam er een grote restyling van het plein en een nieuw gemeentehuis. Het huidige gebouw is in 1929 ontworpen door Ricard Giralt i Casadesús. Hetduurde echter tot de jaren veertig totdat het gebouw gereed was. Aan het Plaça de l’Ajuntament vind je verder verschillende terrasjes en winkeltjes. Het plein is geheel autovrij.

Als Nederlandse toerist denk je bij Spanje al heel snel aan tapas. Deze van oorsprong kleine borrelhapjes zijn voor toeristen die Spanje bezoeken uitgegroeid tot een manier van lunchen of zelfs dineren. per tafel worden er dan meerdere schaaltjes met tapas besteld en daar eet het hele gezelschap van mee. In Figueres vind je in het centrum veel plekken waar je tapas kunt eten. Er zijn overigens ook aardig wat plekken waar paella aangeboden wordt. Er is redelijk wat verschil in prijs en kwaliteit van de tapas. Zo zijn we zelf een keertje terecht gekomen bij Tony’s Bar. De naam en de menukaart deden ons vrezen dat het een matig toeristenrestaurant zou zijn. Dat het aan het sfeervolle plein Iglesia de Sant Pere gelegen tapasrestaurant zich vooral op toeristen richt blijkt aan het feit dat je in eerste instantie Engelstalige menukaarten krijgt en moet vragen naar de Spaanstalige menukaarten als je dat handiger vindt.
Eerlijk is eerlijk: Tony’s heeft de tafel volgezet met aangename tapas, lekkere wijn, goede biertjes en kwam vervolgens met een rekening die niet tegenviel. We kennen zat andere toeristische steden waar dat wel anders is. Ook over andere (tapas)restaurants in Figueres horen we over het algemeen vergelijkbare geluiden. Er zullen heus wel uitzonderingen zijn, maar in de regel lijkt het erop alsof Figueres een prima plek is om van tapas te genieten.

Waar toeristen zijn, zijn straatartiesten. Wie ooit de Rambla in Barcelona bezocht heeft of de wandelpromenades langs de stranden van populaire badplaatsen aan de Spaanse costa’s die weet precies wat we bedoelen. Zo ontkom je ook in Figueres bijna niet aan de straatartiesten die soms flink geld verdienen aan de aanwezige toeristen. Zo stonden we een keer in de rij bij het Dalí-museum toen er ineens een stel aankwam dat midden op het plein een voorstelling begon te geven. Hij speelde op een didgeridoo (een blaasinstrument dat oorspronkelijk door de Australische Aboriginals gebruikt wordt) terwijl de dame een soort van hippieachtige dans begon op te voeren. wachtend in de rij kun je niet anders dan dit alles aanzien, maar wij vroegen ons oprecht af wat deze act te maken heeft met Figueres of Spanje.
