San Sebastian: culinaire hoofdstad van de wereld

San Sébastian is dé badplaats van Baskenland. Hoewel de stad zelf nog geen tweehonderdduizend inwoners telt, is het er in de warme zomermaanden aanzienlijk drukker. Langs het lange strand van San Sébastian staan er een vrij groot aantal hotels waar in de zomer vooral veel Spaanse maar ook een aanzienlijk aantal buitenlandse toeristen op af komt. Nederlandse en Belgische toeristen bezoeken San Sébastian meestal één dag of een paar dagen als onderdeel van een rondreis door Spaans Baskenland of op doorreis naar zuidelijker gelegen bestemmingen op het Iberisch schiereiland. San Sébastian ligt net over de Frans-Spaanse grens. De stad ligt aan een baai die omringd wordt door bergen. Dit zijn de uitlopers van de Pyreneeën.

De officiële naam van San Sébastian is Donostia-San Sébastian. Dat komt omdat de Baskische naam voor de stad Donostia is. Dit is de naam die je overigens op veel plekken tegen zult komen zoals op wegwijzers, landkaarten en ook op de adressen die restaurants, hotels en winkels gebruiken.

San Sébastian staat bekend als de meest gastronomische plaats ter wereld. Er is geen stad op deze aardkloot waar zoveel Michelinsterren per vierkante kilometer geteld worden. Niet voor niets dat San Sébastian voor liefhebbers van lekker eten en drinken een populaire bestemming is. De koks hier wordt het koken op hoog niveau vaak al op jonge leeftijd met de spreekwoordelijke paplepel ingegoten. Genieten van het leven door mooie gerechtjes en heerlijke dranken met elkaar te delen is hier een belangrijke basis van de gemeenschap. Als toerist mag je van dit alles tot op een bepaald niveau meegenieten, want de besloten kookclubs waar menig kok zijn vaardigheden aanleert zijn voor buitenstaanders normaliter niet toegankelijk.

De meest toegankelijke vorm van lekker eten doe je in San Sébastian in de vorm van pinxtos. Dit zijn kleine hapjes die in bars uitgestald staan. Voor deze hapjes betaal je in San Sébastian gemiddeld twee tot drie euro per stuk.



Parte Vieja

De oude binnenstad van San Sébastian wordt Parte Vieja genoemd. Deze binnenstad die haar oorsprong vind in het einde van de middeleeuwen ligt net ten zuiden van de berg Urgull. Parte Vieja is tegenwoordig vooral het toeristische hart van de stad. De belangrijkste winkels zijn inmiddels gevestigd in de wijken Centro en Gros. In Parte Vieja zie je vooral winkels die op de toeristen gericht zijn. Daarnaast vind je in de oude binnenstad vooral ook heel veel bars en restaurants. Dit is dan ook dé plek om te genieten van de heerlijke Baskische wijnen, verkoelende biertjes en natuurlijk de overbekende pinxtos. 



Pinxtos

In San Sébastian eet je geen tapas maar hier eet je pinxtos. Dit is de Baskische variant op een snack bij de borrel. Pinxtos zijn eigenlijk kleine hapjes waar een stokje doorheen zit. Vaak is de basis van een pinxto een stukje stokbrood, maar sommige pinots worden zonder brood geserveerd zoals bijvoorbeeld een spiesje met olijven, ansjovis en andere lekkernijen. De eerste pinots liggen al vroeg in de ochtend op de bar. Dan zijn het vooral kleine broodjes met Iberische ham, kaas, omelet of tonijnsalade. Normaal eet je één of twee pinots per persoon bij een drankje. Hoewel het niet echt als maaltijd bedoeld is lukt het menig toerist om aan het einde van de dag door een aardige hoeveelheid drank en pinxtos geen behoefte meer te hebben aan een afsluitende avondmaaltijd.

Vis eten in de haven

Als je van vis houdt dan is er in San Sébastian eigenlijk maar één plek waar je vis en schaaldieren moet gaan eten en dat is natuurlijk in de oude vissershaven. Langs de kade vind je een aaneenschakeling van uitstekende visrestaurants waar vers gevangen zeedieren geserveerd worden, maar ook wat geïmporteerde visproducten. Je ziet de vis terwijl je eet vers aangeleverd worden bij de restaurants. De prijzen zijn zeker acceptabel, hoewel je hier wel merkt dat je op een populaire plek zit. Je betaalt voor de gerechten gemiddeld iets meer dan wat je voor soortgelijke gerechten zou betalen als je op een minder toeristische locatie zou zitten. Mocht je meerdere gerechten uit willen proberen, doe dan zeker wat de Spanjaarden zelf ook graag doen: deel de verschillende gerechten met elkaar. Op die manier kun je kennis maken met een breder pallet aan lekkernijen. Verwacht van deze restaurants geen gecompliceerde gerechten, maar pure en eerlijke smaken van de zee.

sansebastian-vis-eten-in-de-haven-2

Monte Igueldo

Aan de westkant van San Sébastian staat de heuvel Igueldo. Dit is misschien wel de beste plek om de stad te bekijken. Het panoramisch uitzicht over San Sébastian is het mooiste aan het einde van een fraaie zomerdag, als de avondzon de baai en de stad voorziet van een mooie oranje gloed. Om toegang te krijgen tot de heuvel moet je entree betalen, ook als je te voet of met de auto naar boven gaat. Een populaire manier om naar boven te gaan is met de kabeltram (funicular). Je komt dan direct uit bij het inmiddels meer dan een eeuw oude amusementspark waar jonge kinderen tegen betaling in allerlei attracties kunnen. Je kunt voor de kabeltram een enkele rit of heen-en-terug kaartje kopen. Wij zouden aan willen raden om alleen maar naar boven te gaan met de kabeltram en vervolgens wandelend langs de prachtige villa’s naar beneden te gaan.

Antiguo

Onze favoriete wijk in San Sébastian is Antiguo. Deze wijk ligt in het westen van de stad, meteen ten zuiden van het Ondaretta strand. Dit zeshonderd meter lange zandstrand is voorzien van alle gemakken die je nodig hebt. Het leuke aan de wijk Antiguo is dat het een mooie mix is van een residentiële wijk en een plek waar toeristen vertoeven. Hier geen drukke winkelstraten, maar een mooie mix van winkels, restaurants, bars en voldoende rust in de straten. Het kloppend hart van de wijk is de straat Matía. Hier zie je de locals groente, fruit en vlees inkopen terwijl de toeristen vooral de barretjes opzoeken. Als je vanuit de wijk Antiguo (die ook wel aangeduid wordt als het grotere gebied Ondaretta) naar het strand wilt lopen dan ben je maximaal tien minuten kwijt (afhankelijk van waar je verblijft). Wil je te voet naar het oude centrum of de haven dan heb je een minuut of 20 tot 30 nodig. Je kunt deze afstand ook met de lokale bus afleggen.

Zeer toeristisch

Laten we geen doekjes om winden: San Sébastian is zonder enige twijfel zeer toeristisch. Voor wie daar van houdt is San Sébastian absoluut een aangename plaats om te vertoeven, maar we vinden zelf Bilbao authentieker en sfeervoller. Ja, in Bilbao mis je het strand. Maar in San Sébastian daartegenover lijkt het er wel op alsof de straten (vooral in het oude deel) gevuld zijn met toeristen uit binnen- en buitenland. Dit heeft zeker zijn uitwerking op de sfeer en de drukte die op sommige plekken absoluut heerst, zeker in de maanden juli en augustus.

La Concha strand

Het Concha strand ligt aan de Concha Baai en is het grootste strand van San Sébastian. Als het eb is heeft het strand een lengte van ruim één kilometer en een breedte die op het breedste punt om en nabij 80 tot 90 meter bedraagt. Op het strand is overdag aangenaam druk. Op het strand is er dan tenminste één strandwacht aanwezig, wat gezien de golven en de stroming geen overbodige luxe is. Het La Concha strand is vooral populair bij gezinnen en bij de wat oudere bezoekers. Op momenten dat het (nog) geen weer is om op het strand te liggen dan wordt er vooral heel veel door de branding gewandeld. Wie foto’s ziet van Playa La Concha die zal zeker overeenkomsten zien met andere Europese badplaatsen aan de Atlantische kust.

Isla Santa Clara

In de La Concha Baai ligt het eiland Santa Clara. Dit eiland is populair onder zowel toeristen als locals. De toeristen pakken vooral de ‘blauwe lijn’ om op Isla Santa Clara te komen. Deze boot vertrekt uit de oude haven van San Sébastian en brengt je in 25 minuten naar Santa Clara. De reden voor toeristen om deze veerboot te nemen is omdat er onderweg naar het eilandje een toeristische route gevaren wordt met uitleg onderweg in het Spaans en Engels over San Sébastian en wat je te zien krijgt tijdens de boottocht. Locals kiezen voor de ‘rode route’ die je in nog geen tien minuten tijd naar het eiland brengt. 

Locals die naar Isla Santa Clara gaan die doen dat meestal om te genieten van het kleine strandje (mét uitzicht op San Sébastian) of om te picknicken bij de oude vuurtoren of bij de picknicktafels die elders op het eilandje te vinden zijn. Er zijn geen winkels te vinden op Santa Clara, er is geen hotel en er wonen geen mensen. Wel is er een cafetaria te vinden die wat simpele gerechtjes aanbiedt naast het assortiment aan drankjes en ijs.

Zurriola strand

Het Zurriola strand is het oostelijke strand van San Sébastian. Dit aangename zandstrand wordt ook wel aangeduid als het jongerenstrand. Dit is de plek waar de jeugd vooral komt om te zonnen, te zwemmen, te sporten en vooral om te surfen. De golven en de wind zijn hier net wat beter dan het in een baai gelegen Concha strand. Dankzij dit drukbezochte strand heeft San Sébastian de reputatie van een goede surfbestemming. Sta er dan ook niet van te kijken als je in de straten rondom het strand mensen met een surfplank rond ziet lopen.

Gros

Velen zien Gros als het hippe alternatief voor het oude centrum. Ook hier eet je pinxtos en geniet je van lekkere lokale bieren zoals Keler, maar betaal je vaak een stukje minder dan in het supertoeristische oude hart van de stad. Gros is de plek waar de jeugd komt, waar het surfpubliek eet en drinkt en waar je uitstekend kunt eten. Gros ligt direct achter het populaire Zurriolastrand waar vooral het jongere publiek komt. 

Overnachten in San Sébastian

Als je wilt gaan overnachten in San Sébastian dan moet je rekening houden met relatief hoge prijzen als je ze vergelijkt met andere bestemmingen in Baskenland. Dit geldt vooral in de maanden juli en augustus. Dat komt omdat de vraag naar accommodaties in deze periode groot is en de bezettingsgraad hoog. Mocht je met de auto naar San Sébastian reizen dan moet je in veel gevallen ook nog rekening houden met 20 tot 25 euro per nacht aan parkeerkosten in het geval dat het hotel parkeergelegenheid aanbiedt.

De meeste hotels zijn te vinden in en rondom het centrum van de stad. Een deel van de hotels ligt, gescheiden door de doorgaande weg Paseo de la Concha, aan het Concha strand. Deze hotels zijn in de zomermaanden vaak al ver vooruit volgeboekt. Een aanrader voor wie een comfortabel hotel wil boeken is het NH Collection San Sebastián Aranzazu. Dit viersterrenhotel ligt in de wijk Ondaretta op zo’n acht minuten lopen van het Ondaretta strand. Binnen ongeveer 20-25 minuten loop je naar het oude centrum, maar er zijn ook prima busverbindingen.

Een natte bestemming

San Sébastian heeft net als Nederland een gematigd zeeklimaat. Je zult al snel verwachten dat San Sébastian zonniger en warmer zou moeten zijn dan Nederland, maar dat is slechts ten dele waar. Zo is het wel een stukje warmer dan in Nederland (vooral in de wintermaanden), maar is het veel natter dan in ons eigen kikkerlandje. Gedurende het hele jaar is er kans op buien en regenachtige dagen, ook in de zomer. Wie denkt dat het ’s zomers altijd zonnig en warm in Spanje is die zit dus er helemaal naast. San Sébastian staat onder invloed van de Atlantische Oceaan en de Pyreneeën. De combinatie van die twee zorgt vrij vaak voor een aanvoer van vochtige lucht. Hele dagen zonder wolken komen heus wel voor, maar een week zonnig en warm weer zonder een bui tussendoor zijn niet zo gebruikelijk. 

Hoe nat San Sébastian is? Op jaarbasis valt er hier gemiddeld zo’n 1600 tot 1700 millimeter neerslag. In Nederland is dat ongeveer 700 tot 800 millimeter per jaar. San Sébastian is dus ongeveer twee keer zo nat dan Nederland.

De volledige klimaatstatistieken van San Sebastian bekijk je op www.klimaatinfo.nl/spanje/sansebastian.htm.

Bus Turistico

Een leuke manier om San Sébastian te ontdekken is de Bus Turistico. Deze rode dubbeldekkerbussen rijden speciale toeristische routes door de stad. Deze bussen werken volgens  het hop-on-hop-off systeem. Je mag dan gedurende de geldigheidsduur van je ticket (normaal gesproken 1 dag) onbeperkt gebruik maken van deze bussen die met een frequentie van 20-30 minuten door de stad rijden.

Je kunt tickets voor deze toeristenbus hier via internet reserveren.

Aquarium van San Sebastian

Mocht je met kinderen San Sébastian bezoeken dan is een bezoek aan het Aquarium van San Sébastian altijd een aanrader. In het aquarium, dat direct aan de zee ligt, kun je ongeveer vijfduizend zeedieren bewonderen. Daarnaast zijn er ook verschillende schelpen en scheepsmodellen te bekijken. 

Het aquarium opende haar deuren in het jaar 1928. Dat is drie jaar nadat de bouw begonnen is. Het werd aangelegd aan het einde van de toentertijd nieuwe wandelpromenade die in de haven aangelegd werd. Sindsdien is het uitgegroeid tot de populairste attractie van San Sébastian. Naar schatting hebben ongeveer 12 tot 13 miljoen bezoekers het aquarium van San Sébastian bezocht sinds de deuren opengingen voor het publiek.

In het jaar 1998 zijn er grootschalige aanpassingen gedaan aan het aquarium, waarbij men de laatste technologieën toegepast heeft. Hoogtepunt is het Oceonario. Dit aquarium heeft een lengte van 30 meter en een breedte van 16 meter. Je kunt hier door een tunnel lopen waardoor de vissen en haaien om je heen zwemmen.

De entreeprijzen voor deze attractie vallen mee. Trek voor een bezoek ongeveer een uur tot anderhalf uur uit.

Kursaal

Net als Oostende en Scheveningen heeft San Sébastian een kursaal. Het Nederlandse woord voor kursaal is kurhaus. Dit is een gebouw met meerdere zalen waar verschillende evenementen gehouden worden. Het oude kursaal van San Sébastian staat in de oude binnenstad. Deze is inmiddels omgetoverd tot een casino. In 1999 kreeg de stad een nieuw kursaal dat aan het Playa de Zurriola weggezet is. Door de moderne vormgeving en de grote afmetingen is het nieuwe kursaal een ware blikvanger geworden. Het strakke ontwerp is aan de hand van de Spaanse architect Rafael Moneo.

In het kursaal worden grote en kleinere evenementen gehouden. Bekende evenementen zijn het Internationale filmfestival van San Sébastian en Jazzaldia, een populair jazzfestival. De grootste zaal biedt plaats aan maar liefst 1800 toeschouwers. 

Puente de Maria Cristina

Over de Urumea rivier liggen verschillende bruggen, waarvan de Puente de Maria Cristina misschien wel de mooiste is. Deze uit 1905 stammende brug verving de voormalige houten brug die hier in 1893 aangelegd was. Op 20 januari 1905 werd de brug op feestelijke wijze geopend. Opvallend element zijn de vier enorme zuilen, twee aan iedere kant van de brug, waarop ruiterstandbeelden staan. De vier zuilen zijn een prachtig staaltje van belle epoque architectuur aan de hand van de Portugese architect José Eugenio de Ribera en de Madrileense architect Julio M. Zapata.

Txoko

Een txoko is op zijn Nederlands gezegd een eetclub. In Baskenland zijn deze besloten gastronomische verenigingen een serieuze aangelegenheid. Leden van een txoko komen bij elkaar om te koken, waarbij het uitwisselen van technieken en smaakcombinaties erg belangrijk zijn. Het sociale aspect zit hem erin dat je eerst samen kookt en vervolgens de gerechten samen opeet. De traditionele txoko’s laten alleen maar mannen toe. De afgelopen jaren zie je dat vrouwen wel als gaste meegenomen mogen worden, maar dat ze zelden mee mogen doen met het koken. De verwachting is dat in de nabije toekomst er ook voor een txoko geen verschil meer zal zijn tussen mannen en vrouwen.

Bedieningsgeld

In San Sébastian zie je een verschijnsel wat op veel plekken in Spanje niet gebruikelijk is: bedieningsgeld. Dit gebeurt op verschillende manieren. Zo rekent het ene restaurant een toeslag van 5% als ‘service charge’ over de totale rekening terwijl je op een andere plek 2 tot 3 euro aan vaste toeslag per persoon betaalt om bediend te worden. Daarnaast hebben redelijk wat horecagelegenheden de neiging om de prijzen op de menukaarten te publiceren exclusief de BTW (10%). Alles bij elkaar moet je daarom soms tot 15% meer betalen dan dat er op de menukaarten en de krijtborden staat. Voor veel toeristen is dit soort gedrag een reden om geen fooi meer achter te laten.

Parkeren in San Sébastian

Vooral in de zomerperiode is parkeren in San Sébastian soms een ramp. Op straat is het aantal parkeerplekken vaak veel kleiner dan de vraag naar parkeerplaatsen, zeker in de buurt van de stranden. Het is daarom aan te raden om vooral gebruik te maken van de openbare parkeergarages of van de parkeermogelijkheden die de accommodaties (vrijwel altijd tegen betaling) aanbieden. 

Monte Urgull

De heuvel Urgull ligt in het hart van de stad San Sébastian. Het is de groene heuvel die direct achter de oude binnenstad opdoemt. Monte Urgull heeft al sinds de middeleeuwen een militaire rol gehad. Van hieraf werd de stad al sinds de twaalfde eeuw bewaakt. Het hart van de verdediging werd gevormd door de twaalfde-eeuwse fortificatie Castillo de la Mota. Als je wilt kun je te voet de heuvel beklimmen en vanaf het kasteel genieten van het uitzicht over de stad, de baai en de zee. Je kunt zo zelf ervaren hoe lastig het voor vijanden was om dit fort aan te vallen. Op de heuvel staat ook een enorm Christus-standbeeld dat uitkijkt over de stad. Het standbeeld is in het jaar 1950 gemaakt door de kunstenaar Frederico Coulaut en heeft een hoogte van twaalf meter. 

Aan de westkant van Monte Urgull staat het Museu Naval. Dit nautisch museum laat zien wat de zee, de visserij en de zeevaart voor de Basken betekend heeft.